Tijdens een Breathing concert o.l.v. Adrian Kuipers kreeg ik een beeld door. Ik zag zo’n zelfde concert/beleving op de prachtlocatie ‘Op Hodenpijl’ inclusief een voorprogramma met wetenschapper Bob de Wit. Dit sprak ik uit naar beiden en zo ontstond een prachtprogramma op 15 december bij Op Hodenpijl lees meer.
Frequentie en potentie
Wat hebben beide heren en ik met elkaar gemeen? De fascinatie voor frequentie en potentie van ons mensen. Een rode draad die door ons contact loopt is de film The Primordial Code van Marijn Poels. Adrian leverde een mooie bijdrage aan de totstandkoming en Bob meldde op Linkedin hoe geraakt hij was door de film. Wat me bij blijft na het zien van de film is dat het overgrote deel van ons DNA slapende is en vol herinneringen zit. Het kan wakker worden door de frequentie te veranderen waarin we ons begeven.
15 december Op Hodenpijl
De frequentie verandering vindt plaats op bijzondere krachtlocaties (waar kerken op gebouwd zijn), door de klanksjamanen die te zien zijn in de film en het ademwerk waar Adrian ons doorheen leidt tijdens het Breathing concert. Je komt in contact met een diepe innerlijke rust waar heldere ingevingen kunnen binnenkomen. Zonder dat dat persé de bedoeling is.
Door ons zo te verbinden met energie, klank, adem en elkaar krijgen we meer kracht om moois te creëren voor de wereld om ons heen. Ik had immers zélf zo’n ervaring tijdens het veranderen van mijn frequentie in het Breathing concert. Er kwam een beeld binnen wat nu tot vorm gaat komen in samenwerking met hen.
Groots in het klein
En dat ‘herinneren’ kan ook in het zo heel klein. Zoals laatste toen ik met twee van mijn kinderen aan tafel zat, knoopjes aan een dekbedovertrek te naaien met de hand. Oma was ook even op bezoek. Er was een diepe realisatie dat dít eigenlijk de bedoeling is. Een herinnering van wat eigenlijk écht is. Samen ZIJN. We hebben geen grootse afleiding nodig, pretparken, party’s met stimulerende middelen tot 4u ’s nachts. Het gaat om de herinnering van ieder mens uniek, van wat écht is en dus van belang.
Aanmelden 15 december
Je hebt 3 mogelijkheden voor 15 december. Je komt al om 14.30u voor de cacao ceremonie om te landen in het hart (max 15 deelnemers), je schuift ‘pas’ aan om 16u als de inloop begint voor de podcast en het diner met Bob de Wit of je komt ‘alleen’ naar het Breathing concert in de kerk van Op Hodenpijl (deuren open 19.30u, start 20u en einde 22u).
Kijk voor meer info hier. Of mail me direct met vragen en wensen info@sandrabrandt.nl
Hele programma vanaf Cacao ceremonie14.30u – 22u € 133 (15 tickets)
Vanaf podcast tot einde 16u – 22u €97 (30 tickets)
‘Zo op deze manier moet het niet lang meer duren want dan wil ik dit leven niet meer’ zei hij. We hadden net onze eerste dertig minuten ontmoeting achter de rug. Zijn partner was erbij ‘want hij vergeet zoveel’. Werken ging nog nét. Maar hij stond op omvallen. System shut down, op het randje. Hij maakte overuren.
In zijn hoofd.
Overleefstand
Ik neem je even mee naar dat moment van ontmoeting, een half uur terug: we zien elkaar bij de ingang van het duingebied en ik merk dat ik mijn hele zenuwstelsel in bedwang moet houden. Hij is namelijk een ‘wandelend hoofd pur sang’. Totaal ontkoppelt met de rest van zijn lichaam.
Zodra hij begint te praten buitelen de verhalen over elkaar heen. Het gaat over zijn problemen van de afgelopen jaren en ook die met medici. Over onbegrip, het ellenlange praten met een psycholoog, een dokter die hem volledig nietig deed voelen. Ik voel vooral dat hij en zijn lichaam op de overleef-stand staan en dat er een system shut down op komst is als dit nog eventjes doorgaat.
‘Nog even’ zegt hij ‘en ik wil niet meer leven zo’. Ja daar zegt hij wat ik aan voelde komen.
Partner als onderdeel
Het valt me op dat zijn partner ook meedoet in wat hij vertellen wil. Ze herinnert hem aan al zijn klachten: ‘je vergeet nog je hartklachten te noemen’ en ‘je moet ook nog even noemen dat je alleen slaapt als je medicatie slikt’.
Als een sessie op deze manier begint en iemand kan nog niet voelen wat mijn intenties zijn (voelen is überhaupt verrekte lastig als je ontkoppelt bent) dan is het ook oppassen voor mij wat ik zeg want de ander kan zó in de vecht stand komen. In dit geval staat zijn zenuwstelsel op standje onveilig en scant voortdurend in de omgeving waar er nog meer gevaar is. Dan kan een neutraal gezicht van mij al zo’n teken van gevaar zijn.
Ik denk: ‘zijn vrouw is ook een onderdeel van het verhaal wat ze al enkele jaren vertellen, straks moet ik een stuk met hem alleen aan het werk zien te komen.’
Ik stel wat vragen om wat meer helderheid te krijgen over de huidige stand van zaken zoals hij het ziet. Hij raakt ervan in de war, wil zelf het verhaal vertellen zoals hij het zich had voorgenomen.
Ik beweeg direct mee, het is nu geen tijd om iets van richting te geven. Eerst maar even meebewegen en aansluiting maken met begrip voor de nood van de situatie nu.
Als er een klein beetje ademruimte is gekomen, zijn partner wat rustiger is, pak ik de kans en zeg: ‘ik zou heel graag met je aan het werk gaan met al m’n aandacht en daarbij is het belangrijk dat wij even met z’n tweeën kunnen zijn.’ Ik kijk haar aan: ‘hoe is het voor jou om zelf even een wandeling te maken langs het water en dat we elkaar straks weer zien bij de uitgang van het nationale park?’ Ze is open en stemt in. Hij vindt het ook goed.
Zij slaat rechts af en wij links en ik zeg nog even tegen haar: ’tot straks!’
Polyvagaal theorie in het bos
We gaan aan de wandel. Mijn schouders zakken, ik ben meer in mijn lichaam aanwezig en voel dat dit een goede keuze is geweest.
Hij gaat nog even door op de oude voet. Op de manier van praten die hij al langer gewend is om ook met andere therapeuten en medici te doen. Ik zoek een ingang naar een andere route. Die naar z’n hart. In de Ventraal vagale staat zoals dat bij de Polyvagaal theorie wordt genoemd.
Ik zeg het maar gewoon. Want ik voel het nog bij lange na niet bij hem. ‘Zeg, zoals ik te werk ga is misschien heel anders dan je gewend bent bij anderen tot op heden. Misschien houden we wel lange tijd stilte tijdens de wandeling, ik weet het niet. Voor nu voelt het beter dat ik niks zeg. Ik help jouw zenuwstelsel om te landen door zelf heel bewust in mijn benen en voeten te zijn tijdens het wandelen.’ Hij kijkt omlaag. Volgens mij maakt hij kort contact met zijn eigen onderlichaam.
Het blijft even stil. En dan gaat hij weer gauw verder, op zijn oude bekende manier. Ik luister en voel onder alle woorden en blijf vooral dicht bij mezelf.
Handen op zijn schouders
Ik breng hem even terug met mijn woorden naar de plek waar ik hem graag naartoe help. Naar zijn hart. Maar nog even niet té rechtstreeks. Eerst maar even over het mijne praten. En ik zeg: ‘het klinkt misschien wat soft maar ik zorg ook dat ik bij mijn hart blijf. Het blijkt namelijk dat onze zenuwstelsels continue aan het scannen zijn of het veilig is en de jouwe staat behoorlijk op standje onveilig.’
Hij beaamt het direct.
Ik zeg: ‘doordat ik heel bewust bij mijn hart ben en in de rest van mijn lichaam, zal jouw systeem ook wat gaan landen.’
Hij blijft stil. Ik heb behoefte om mijn handen op zijn schouders te leggen en vraag of hij dat goed vindt. Hij staat stil en knikt, ik ga achter hem staan en leg heel bewust mijn handen neer. Ik adem. Vroeger voelde ik dan schaamte. Nu niet meer. Ik voel hooguit wat twijfel aan zijn kant. Maar geen ‘nee’. Ik haal mijn handen weg ook al voel ik nog steeds spanning. Toch lijkt er een millimeter reactie. Iets van contact tussen hoofd en bovenlichaam, een klein tunneltje waar energie door kan stromen.
We wandelen verder. Ik in stilte. Hij ook, langere tijd. Dat verbaast me toch een beetje.
Taal als ingang
Dan vervolgt hij zijn verhaal, weer vanuit problemen. Ik keer de taal om. Bewust neem ik taal als ingang. Hij zegt bijvoorbeeld: ‘ik speelde eigenlijk saxofoon maar daar heb ik helemaal geen energie meer voor’ Ik antwoord met: ‘oh gaaf, speel je saxofoon?’ In de tegenwoordige tijd dus.
Hij vervolgt: ‘ja en ik hield ook van beeldhouwen maar dat is sinds die hartklachten ook niet meer mogelijk’. Ik: ‘muziek maken en beeldhouwen, wat een mooie hobby’s heb jij’
We hebben een gesprek over de soort muziek waar hij van houdt om zelf te spelen. Telkens als hij qua taal afbuigt in een oud belemmerend verhaal vol met symptomen buig ik het terug en ga naar een andere energie frequentie.
Het doet wat. Hij zakt in het lichaam.
De ruimte die er al is
Ik help hem visualiseren en vraag: ‘waar is je saxofoon?’ Hij: ‘die staat in een kamer die ik al in geen jaar heb bezocht’ Er blijkt ook een heel schuurtje in de tuin speciaal voor zijn beeldhouw hobby. ‘Daar ben ik ook al een jaar niet meer geweest en het is een rommeltje daarbinnen’.
Ik zeg: ‘wow dus je hebt gewoon een muziekkamer en een plek om te beeldhouwen bij je huis!’ Hij kijkt me aan met open ogen, helder. Geen tollend hoofd.
Ik formuleer bewust opnieuw met metaforen: ‘dus je hebt ruimte. Je hebt de ruimte. Om muziek te maken of misschien gewoon alleen te beluisteren in je muziekkamer.’ Hij: ‘ja ik heb er een mooie installatie staan met een koptelefoon die ik ook al geen jaar heb opgehad’.
Zijn woorden vanuit problemen resoneren niet bij mij dus die vervliegen in de ruimte. De wind neemt ze mee. Ik adem en houd een lijntje met de ruimte die er al is, die hij al heeft, die hij zal gaan benutten. Sneller dan ik nu nog weet.
Rustig hart
Zijn voeten voelen geaard. Zijn lichaam is weer aanwezig. Zijn hoofd is opgeruimd. We wandelen verder. Verheugd voel ik me dat we dit stadium bereikt hebben. Het stadium waar ik met mijn intentie een lijntje naar had gelegd toen ik nog aan het begin stond met zijn vrouw erbij.
Ik zeg: ‘En je hebt ook ruimte in de tuin voor je andere hobby. Al is het maar om je beeldhouwwerken in het schuurtje weer eens te bekijken en misschien een beetje op te ruimen, weer wat ruimte te scheppen om, wie weet, wat te gaan creëren!’
Hij klinkt zacht, aanwezig in zijn stem als hij zegt: ‘Jeetje Sandra, mijn hart voelt zó rustig en mijn voeten geaard. Nu klink ik misschien soft maar ik voel alles strómen.’
Mooi man. Mooi.
Ik: ‘en hoe zou het zijn dat jij vanavond je muziekkamer in gaat, je vrouw ervan op de hoogte brengt dat dat jouw tijd is daar, je niet gestoord wil worden en gewoon muziek luistert. En wie weet je saxofoon eens vasthoudt. Alleen vasthouden. Genieten van dat instrument weer in je handen?’
Hij: ‘ik ga spélen, wat denk jij nou! Ik ga vanavond weer saxofoon spelen gewoon!’
Verdwaald
Dan blijken we even verkeerd gelopen te zijn, we zoeken de route terug, zodat we ook op de afgesproken tijd terug kunnen zijn bij zijn vrouw. Ik voel direct dat hij weer ‘het wandelend hoofd’ wordt en ik zeg: ‘Ho, dit is belangrijk in de oefening want jij schiet nu in je tollende hoofd toch?’ Het lijkt bijna alsof hij zich een beetje betrapt voelt en kijkt me vragend aan. ‘Ja’ zegt hij dan. Ik: ‘Juist nu is het van belang om bij je muziekkamer te blijven. Weet je nog hoe je je net voelde? Die doorstroming in je lichaam? Dát is basis. Dáár moet je telkens naar terug eigenlijk. Even je kop erbij om de juiste weg te vinden is prima natuurlijk maar vergeet je muziekkamer niet.’
(als metafoor voor de doorstroming, ventraal vagale staat).
Direct zit hij er weer in gedachte. Ik hou er een lijntje mee terwijl we de juiste route terug vinden en zeg: ‘Ook in contact met medici waar je eerder over klaagde, of de psycholoog, télkens terug naar die muziekkamer en pas dáár vanuit weer verder’.
Hij is me über dankbaar zegt hij. Hij is verbaast wat deze 40 minuten hebben opgeleverd en komt als een totaal andere man (energetisch gezien) terug bij zijn vrouw.
Ik moet door voor een volgende afspraak en blijf niet praten met haar. Ik laat het verder aan hen en zeg alleen: ‘heb jij ook een fijne wandeling gehad?’ Ja, ook zij heeft haar moment genomen.
Hij wil van de bloeddrukverlagers af. ‘Ik ben 50 maar zit aan de pillen bedoeld voor een oude man’. Hij ziet er beroerd uit als ik hem voor het eerst ontmoet voor een wandelsessie. Bleek, klam gezicht. We slaan het bospad in, rechts het bruggetje over. Dat lijkt me voor nu even beter dan de duin op aan de andere zijde.
Standje waakzaam
Hij steekt van wal. Over hoe slecht hij zichzelf voelt en niet meer werkt nu. Dat lijkt me logisch gezien zijn zieke aanblik maar ik merk toch dat ik door moet vragen over het werk. En dan komt er een richtingaanwijzer voor mij: ‘Het gaat telkens mis. Ik reageer te heftig op mensen.’ Hij vertelt over een traject die hij deed bij PsyQ en de medicijnen tegen de hoge bloeddruk waar hij vanaf wil.
Ik heb het idee dat zijn zenuwstelsel op standje waakzaam staat en bij het minste of geringste uit de bocht vliegt. En ja hoor. Met een beetje doorvragen over andere ongemakken blijkt net z’n tweede kies afgebroken te zijn door tandenknarsen, kan hij maar niet inslapen en na 4 uur slapen is hij wakker en blijft hij wakker. ‘Dat komt door m’n ADHD, dan word ik wakker door mijn gedachten’.
Ik denk er anders over, kijk voorbij labels. En vraag: ‘Sta je me toe om mijn eigen visie hierop te geven?’ ‘Ja zeker’ is zijn antwoord. Ik vertel hem over mijn idee dat zijn zenuwstelsel strak afgesteld staat, mogelijk door pijnlijke herinneringen die liggen opgeslagen. Dat kan volgens Carl Jung zijn door ervaringen uit het leven of collectief opgeslagen pijn zijn wat we allen al honderden jaren meedragen.
Hij beaamt meteen dat dit bij hem speelt. ‘Ik heb een zéér onveilige jeugd gehad.’ Is zijn reactie.
Zelfhelend vermogen
We praten over de connectie met het lichaam die hij kwijt geraakt is. Maar ook over zijn geloof in het zelfhelend vermogen en wijsheid van het lichaam. En daarna zegt hij: ‘ik heb geen vertrouwen in mijn lichaam meer’.
‘Wacht even’ zeg ik. ‘Ik let op taal, want dat is een enorm krachtige graadmeter én tool om jezelf terug in het zadel te brengen’. ‘Je zegt dat je geen vertrouwen meer hebt in je lichaam, dat is niet waar. Dat is het verhaal wat je jezelf vertelt, zou ik niet meer doen.’
Hij sputtert tegen, probeert me nog te overtuigen. Maar ik geloof hem niet. ‘Je hebt wel vertrouwen in HET lichaam zeg je net. In het zelfhelend vermogen. Dus je hebt vertrouwen in JE lichaam. Alleen je mist de connectie ermee.’
‘Ja ik heb geen connectie met m’n lichaam’. Hij kijkt wat treurig.
Ik voel dat er een heel klein lijntje is gekomen van hem naar z’n lichaam. Alsof hij even een milliseconde incheckte met zijn lichaam om vervolgens erachter te komen dat hij er geen connectie mee voelde.
Om hem een andere inprenting te geven zeg ik: ‘Dus je hebt vertrouwen in je lichaam alleen je mist de connectie ermee.’
Polyvagaal theorie
We wandelen ondertussen langs een mooi open veld omringd door bomen. De lichtval is prachtig en ik check dubbel in bij mij om te voorkomen dat ik mezelf verlies in hem, in zijn verhaal. Volgens de Polyvagaal theorie is de ventraal vagale toestand de staat waarin je veiligheid uitstraalt en ook een ander helpt daar te komen.
Zaak dus om bij deze man extra bewust te blijven terugkeren in deze staat. En dat kan ik door héle bewust aanwezig te zijn in mijn lichaam, vooral mijn hart. Daarmee creëer ik een liefdevol veld. Ondertussen maak ik even een lijntje van mijn voeten naar de aarde en van mijn kruin naar boven zodat ik ook richtingaanwijzers opvang. Zoals: tijd voor stilte, alleen ademen, zintuigen benutten waar ze voor gemaakt zijn…
Ja. We staan stil en kijken over het veld. Ik adem bewust en deel met hem dat ik tóch een flinterdun lijntje opmerk van hem naar zijn lichaam.
Stilte.
Ik: ‘Je zei eerst: ‘ik heb geen contact meer met mijn lichaam’ Ik zou het nu zo formuleren: ‘ik zou graag weer contact maken met mijn lichaam’ en zelfs nóg iets scherper: ‘ik voel steeds ietsje meer contact met mijn lichaam’ en misschien zelfs: ‘ik heb steeds meer contact met mijn lichaam’.’
We pakken de wandeling in flow weer op, het bos in.
Blokkade bij het hart
De wandeling doet goed zie ik, hij landt een beetje. Zijn gezicht lijkt minder klam, wel wit.
Hij staat open om het eens ánders te bekijken. Ik vraag naar zijn hart. Hoe het voelt daar en of hij kan voelen wat een tevreden ontspannen hart is. Hij beantwoordt vanuit zijn hoofd. ‘Dat zou dan misschien een gevoel zijn van …’ Ik zeg: ‘ga er eens heen met je aandacht?’ Hij verstart.
Ik zeg: ‘kun je naar je hart ademen?’ Het is alsof hij zoekt in zichzelf en er een dikke blokkade zit, die kant op. Ik merk dat het hem helpt als ik niet naar hem kijk en kijk weg, het bos in terwijl ik zeg: ‘adem eens naar je hart, met een rustige uitademing. En nog een keer.’
Stilte. Ik kijk nog steeds niet.
Ik zeg: ‘ik zal hetzelfde doen, dan ondersteun ik jouw systeem erbij te komen.’ En, terwijl ik weg blijf kijken en hem bewust wat meer ruimte geef, land ik heel bewust, in mijn hart en mijn lichaam. En dan zegt hij iets belangrijks.
‘Ik vertrouw mijn hart niet. Er is al zoveel gebeurd. En de bloeddruk was zó hoog dat de cardioloog zei dat ik een infarct krijg als ik niet aan de medicatie ga.’
Aha. Hij heeft een blokkade zodra hij uitgenodigd wordt om naar het hart te gaan door de pijnlijke herinnering. En ik zeg: ‘ik begrijp het.’ We landen even. Rust.
‘En ook nu, wil ik je uitnodigen om het ánders te bekijken.’ Ik vertel hem over de Polyvagaal theorie en dat het zenuwstelsel aan de flipper gaat zodra hij wordt uitgenodigd om naar zijn hart te gaan. En dat het helpt om mét dat flipperende zenuwstelsel te ademen. Dat hij erbij kan blijven. Nu ook. Bij dit gevoel wat hij nu rond dat hartgebied heeft. Ademend.
We wandelen, ademend, we zijn stil.
Innerlijk werk met resultaat
Vroeger zou ik onzeker zijn geweest in dit soort omstandigheden. Dan was mijn zenuwstelsel aan de flikker gegaan omdat mijn oude pijn was geraakt. Pijn wat zit op de uitzonderlijke fijngevoeligheid. De afwijzing daarvan. Maar door innerlijk werk is er tijdens mijn wandelsessies vrede ontstaan en zie ik het als een uniek talent wat ik in te zetten heb om mensen verder te helpen.
‘En weet je, je zei iets over vertrouwen in je hart..’ (ik herhaalde expres niet wat hij werkelijk zei namelijk: ‘ik heb géén vertrouwen in mijn hart.’) ‘… wat een meer helpende uitspraak zou zijn is: ‘zodra ik naar mijn hart ga met liefde, gaat mijn zenuwstelsel even op standje onveilig vanwege oude herinneringen.’
‘En dan hoef je vervolgens alleen dáár te blijven ademen. Je begeleidt jezelf zo naar standje veilig. En dat hoef je niet in je eentje te doen. Laten we sámen even bewust ademen naar het hart of naar de blokkade die je voelt vóór het hart, ook goed. Dan blijf je dáár. Je hoeft er niet doorheen.’
We ademen, komen tot stilstand en dan keert hij zich naar mij.
Terug in connectie
Ik: ‘Jeetje man, wat zie jij er anders uit. Veel rustiger. Hij: ‘Nee, het is juist heel druk van binnen nu, veel gedachten.’ Ik: ‘En tóch is er iets totaal anders aan jou.’ Hij: ‘Oja?’ Zijn huid is niet klam en er is kleur terug gekomen in het gezicht.
‘Daarnet toen we elkaar ontmoetten bij het begin van de wandeling schrok ik van je zieke uitstraling maar nu voelt en ziet het er heel anders uit.’
Ik zie dat hij probeert te begrijpen wat er dan veranderd is en dat hij het antwoord zoekt in zijn hoofd.
Ik zeg: ‘misschien gebruikte ik het verkeerde woord voor je toen ik zei: ‘veel rustiger’. Ik zie een man die nu connectie heeft in zijn lichaam. En dat oogt veel helderder. Je gezicht staat heel anders ook. Niet meer zó beroerd.’
We wandelen verder en zijn weer stil, een hele poos. En dan weet hij het te benoemen hoe hij zich voelt: rustiger, beter. Een hart wat verzacht voelt. Geen angst in zijn lichaam.
Moeizaam afscheid
Hij is vooral heel erg verbaasd wat er gebeurt door mijn aanpak. Dit heeft hij nog niet eerder meegemaakt in de contacten met de psycholoog en cardioloog.
We blijven voornamelijk stil tot het eind van de wandeling.
Het is alsof hij niet écht afscheid wil nemen, blijft nog staan bij zijn auto om nógmaals te bedanken en dat hij het fijn vindt om verder met mij te werken. De nieuwe afspraak is al gemaakt en ik zie er ook naar uit. Wie weet. Kunnen de pillen eraf zodat hij nóg beter kan voelen wat het hart hem vertelt.
Over mij:
Ik ben Sandra Brandt en sta mezelf toe het Goud in te zetten wat me gegeven is: de uitzonderlijke fijngevoeligheid en de taalkennis. Ik heb een hoog analytisch denkvermogen én energetisch bewustzijn. Dit maakt dat vooral hoogopgeleide mannen (analytisch sterk maar de weg kwijt naar het lichaam) mij vinden voor de begeleiding terug naar hun hart.