Badkuipen op wieltjes rollen achter een voertuig aan door het van der Werf park op deze zondag in Leiden. Badeendjes krijgen hulp van een gieter om door de halve regenpijpen te kunnen glijden. Trommelstokjes staan niet stil in kinderhandjes, de microfoon wordt gepakt door een zanger… het publiek geniet van het Picknick-festival en zoekt verkoeling in de schaduw van prachtige bomen.
Ik ben bij de twee tipi’s van Geluksroute. In de ene kun je terecht voor een didgeridoo mini concert en in de andere kun je in 10 minuten van een vol hoofd naar en vol hart geholpen worden door mij.
Er komt een man op mij af, hij praat onverstaanbaar en kijkt schichtig heen en weer. Uiteindelijk hoor ik hem zeggen: ‘druk hoofd’ en verder ‘ik hoorde dat ik hier moet zijn’. Ik nodig hem uit in de tipi te stappen en stel me voor.
Ondertussen probeer ik in te schatten of deze meneer onder invloed is van alcohol of drugs of misschien een psychische aandoening heeft waar ik geen hulp bij bieden kan. Het enige wat ik waarneem is een sterke lichaamsgeur maar misschien doe ik niet eens voor hem onder gezien de dag die zijn naam eer aan doet.
Met moeite krijg ik antwoord op enkele vragen. Maar dan komt daar toch de informatie die ik zocht. Meneer heeft last van chaos in zijn hoofd. Het maakt hem onzeker en gespannen. En meneer is angstig voor die chaos. Ik ga met hem in gedachten naar een situatie waarin hij zich wél prettig voelt. ‘Als ik een boek lees, dan word ik rustig, dan ben ik ook niet meer onzeker. Maar is dat wel goed, een boek lezen?’
Ik antwoord: ‘als u zich ontspannen wilt voelen en dat lukt door een boek te lezen, wat maakt dat u mij vraagt of ik het goed vind dat u een boek leest?’ Hij praat weer wat in losse flarden en onverstaanbaar zonder oogcontact te maken.
Ik schakel over naar het hier en nu. ‘Laten we bij zinnen komen, in de zintuigen’ zo ga ik verder. Ik vraag hem wat hij hoort en het lukt hem dat verstaanbaar te benoemen. De muziek die duidelijk aanwezig is op het festival terrein noemt hij niet. Ook niet bij herhaaldelijk vragen over wat hij zoal nog meer hoort.
Dan zeg ik: ‘de muziek?” Hij: ‘ja die hoor ik maar dan word ik meteen weer druk in mijn hoofd’. ‘
Ik: ‘Ah, oké daarom noemde u dat niet?’ ‘Toch is het mogelijk om te luisteren zonder er iets met uw hoofd mee te hoeven doen. U hoeft er verder niks mee, u kunt het gewoon horen’.
Hij blijft stil en luistert zichtbaar, hij ontspant wat in zijn gezicht en we krijgen voor het eerst oogcontact.
We gaan nog verder met de zintuigen-oefening en dan ineens is het schichtige weer terug. Hij vraagt: ‘maar eh, denkt u dat ik dit ook straks thuis kan?’ Ik: ‘u hoeft niet angstig te zijn dat de chaos terug keert want die keert terug, daar kunt u zeker van zijn’ ‘Wat u ook weet is dat u rust in uzelf heeft en daar naartoe kunt’ ‘dat kunt u door een boek te lezen of hier naartoe te gaan, dus blijkbaar bent u bezig met dát op te zoeken wat u een goed gevoel geeft!’ ‘De chaos zal absoluut blijven terug komen voorlopig én u bezit de mogelijkheid om de rust weer te vinden’.
We evalueren en ik vraag hem hoe hij zich voelt. Hij zit er zichtbaar ontspannen bij, een open blik, rustig kan hij me aankijken en hij praat verstaanbaar. Dit is precies zoals hij zich voelen wil. Hij geeft me een hand en ik vertel hem dat hij naar mijn idee mooie contacten aan kan gaan met anderen als hij zich zo fijn in contact met zichzelf voelt.
Een bijzonder moment in de tent.